Je kunt eenvoudig en snel zelf een test doen bij je paard om te checken of er zand in de armen zit. Ook al zie je geen symptomen, testen is altijd aan te raden! Er zijn verschillende manieren om dit te doen:
Manier 1 – met een zakje of handschoen
Doe een handvol mest in een doorzichtige handschoen of boterhamzakje en vul dit aan met water. Hang dit op en wacht een paar minuten. Het aanwezige zand zal naar de vingertoppen zakken. Meestal zie je hier wel een beetje zand in zitten. Een halve theelepel is acceptabel, maar meer niet.
Manier 2 – met een emmer
Neem een emmer water en 2 flinke handen vol mest en roer dit goed door.
Laat het 10 minuten staan en roer nogmaals stevig. Wacht nog een keer 1 minuut en giet nu voorzichtig het water met de mest eruit.
Blijft er meer dan een halve theelepel zand achter? Dan moet je actie ondernemen.
Blijf regelmatig testen!
Ondanks dat testen niet 100% betrouwbaar is blijf het wel doen om zo veel mogelijk informatie te krijgen. Een paard poept zand niet mooi gelijkmatig uit. Het komt maar af en toe mee naar buiten. Wij raden daarom aan om elke maand minstens 3 dagen achter elkaar te testen.
De hoeveelheid zand in de test zegt echter nog niet direct iets over de hoeveelheid zand in de darmen. Als je geen zand vindt, is dat ook geen garantie dat er niet (te)veel zand in de darmen zit.
Waarom is het dan wel verstandig om te testen? Vind je veel zand in de test, dan weet je wel zeker dat er teveel zand in de darmen zit. Dan kun je direct een zandkuur geven en een wat hogere dosering aanhouden. Tevens kun je dan je paard extra goed in de gaten houden!
Het beste is om sowieso 1 keer per 1, 2 of max 3 maanden preventief een kuur te geven, ook wanneer je de mest niet test. Juist om te voorkómen dat dat (altijd) aanwezige zand de kans krijgt op te bouwen.
Was er zand geconstateerd en heb je een kuur gegeven? Doe de test dan een tijdlang wekelijks. Vertrouw je het niet, neem dan altijd contact op met je dierenarts.