Meld je aan op onze nieuwsbrief ontvang 10% korting voor je eerst volgende bestelling!

 

Wanneer wisselt een paard het gebit?

Wissel van het gebit bij een paard

Hoeveel tanden en kiezen heeft een paard?

Een volwassen paard heeft in totaal 12 snijtanden, 6 onder en 6 boven. Ook heeft het paard 24 kiezen. Na het wisselen van het gebit zal het paard het de rest van zijn leven moeten doen met dit gebit.
 

Gebit van veulen tot driejarige

Een veulen wordt geboren met de voorste melkkiezen en gedurende de eerste maanden komen de melksnijtanden langzaam door. De achterste kiezen komen pas vanaf een jaar oud door. Dit zijn dan ook direct vaste kiezen die niet meer gewisseld worden.
Tot ongeveer een jaar heeft het paard alleen melksnijtanden en de voorste melkkiezen. Als het paard 1 jaar oud is komen de voorste vaste kiezen door. Vanaf de leeftijd van 2 jaar begint het paard met wisselen. De binnenste snijtanden en voorste melkkiezen worden gewisseld naar vast. Ook komen de middelste vaste kiezen door.
 

Gebit van een driejarige tot volwassen

Op driejarige leeftijd wisselt het paard zijn gebit verder door de middelste melkkiezen en middelste snijtanden te wisselen. Pas vanaf vierjarige leeftijd komen de achterste vaste kiezen door. Ook worden vanaf die leeftijd de achterste melkkiezen en de buitenste snijtanden gewisseld. Op een leeftijd van 4,5 tot 5 jaar heeft het paard pas zijn gehele gebit gewisseld. Dit gebit houdt het paard zijn gehele leven. Door het eten van voldoende ruwvoer blijft het gebit op de juiste lengte. Wel adviseren wij om het gebit jaarlijks te laten controleren door een dierenarts of paardentandarts. Eventuele problemen kunnen dan snel worden aangepakt.
 

Wat zijn toch die extra tanden?

Sommige paarden hebben daarnaast ook hoektanden (hengsten of ruinentanden genoemd) en/of wolfstandjes. Het wolfstandje is een extra in de ontwikkeling achtergebleven (rudimentair) kiesje en bevindt zich vlak voor de voorste kies, meestal in het bovengebit. Het wolfstandje heeft geen enkele functie, maar kan wel voor rijtechnische problemen zorgen en wordt daarom vaak verwijderd. Hengstentanden werden vroeger door het paard gebruikt tijdens het gevecht met een andere hengst. Meestal komen deze tanden alleen voor bij hengsten en ruinen, maar soms ook bij merries.
 

Problemen tijdens het wisselen

Het kan voorkomen dat het wisselen niet helemaal soepel verloopt. De oude melkkies kan dan op de nieuwe kies blijven zitten; dit wordt een ‘dop’ genoemd. Doppen kunnen voor kauwproblemen en ontstekingen zorgen en moeten dus door de dierenarts of paardentandarts verwijderd worden. Dit is gelukkig vaak een eenvoudige ingreep.
Tijdens het wisselen van de melkkiezen kunnen er ook harde knobbels aan de onderkaak ontstaan. Dit is regelmatig het geval bij paarden die niet veel ruimte in het gebit hebben. Bij het doorbreken heeft de nieuwe kies daardoor weinig ruimte om uit te groeien en belemmert de bovenliggende melkkies/dop. Als reactie hierop kan de kieswortel van de nieuwe kies geïrriteerd raken en een nieuwvorming van bot veroorzaken. Dit wordt zichtbaar als een harde bult aan de onderkant van de kaak. In de meeste gevallen verdwijnen deze knobbels uit zichzelf, hoewel dit wel enige tijd kan duren. Omdat het bot is, is er niet veel anders aan te doen dan rustig af te wachten en het gebit van het paard goed te laten onderhouden door een paardendierenarts of –tandarts.
 

Advies nodig?

Bij gebitsproblemen raden wij altijd aan om contact op te nemen met je dierenarts of paardentandarts. Het is ook aan te raden om het gebit van je paarden jaarlijks te laten controleren.

Delen: