Meld je aan op onze nieuwsbrief ontvang 10% korting voor je eerst volgende bestelling!

 

Hoe zit ons lichaam eigenlijk in elkaar?

Op 14 januari stond er op de Facebookpagina van De Paardendrogist een filmpje over het spiersysteem van onze paarden. Mede door dit filmpje werden wij geïnspireerd voor onze komende twee blogs. We willen jullie meenemen in een stuk anatomie van ons menselijk lichaam. Wij zijn er van overtuigd dat als je beter begrijpt hoe je lichaam in elkaar zit en hoe het werkt, dat je bewuster kunt gaan rijden en begrijpen wat er al dan niet ‘mis’ gaat in je eigen lichaam.

Werking van onze spieren 

In ons lichaam zitten meer dan 600 spieren. Een spier is een samenstelling van cellen met een bijzondere eigenschap, ze kunnen namelijk met elkaar samentrekken (een contractie maken). Iedere spier heeft een begin- (origo) en eindpunt (insertie). Over het algemeen hebben de spieren een functie over één of meerdere gewrichten. Spieren kunnen op verschillende manieren tot actie komen, met beweging en zonder beweging, verkortend en juist verlengend. De meest bekende manier is door aanspanning met verkorting (concentrische contractie). Wanneer dit gebeurt komen het begin en het eindpunt van de spier dichter bij elkaar. Maar een spier kan ook aanspannen waarbij hij in lengte toe neemt (excentrische contractie), dan gaat juist het begin en eindpunt verder bij elkaar vandaan.

Als een spier in een bepaalde houding moet blijven en de lengte van de spier gelijk blijft, dan is het een statische activiteit (isometrische contractie). Bij een activiteit met verkorting en bij een statische activiteit wordt de spier dikker, bij een activiteit waarbij de spier juist moet verlengen, wordt de spier juist weer dunner.

Voorbeeld:
Je hangt aan een rekstok en je wilt jezelf optrekken tot buighang. Om tot buighang te komen moeten de elleboogbuigers (je spierballen, biceps, Popeye-spier) verkorten – concentrische activiteit leveren. Als je daar dan hangt en wilt blijven hangen, moeten die spieren statisch actief blijven zonder verder te bewegen – isometrische contractie. Wil je dan weer langzaam naar beneden, dus niet naar beneden storten, moeten je elleboogbuigers actief zijn, maar juist verlengen – excentrische contractie.

Spierspanning 

Spieren die op deze manier kunnen werken zijn opgebouwd uit dwarsgestreepte spiercellen en noemen we ook wel skeletspieren.
Skeletspieren dragen bij aan onze normale lichaamshouding, ze zorgen ervoor dat ze altijd een zekere spierspanning hebben om te voorkomen dat ons lichaam als een kaartenhuis in elkaar zakt. De spierspanning die ze hebben is er ook in rust, maar neemt bij inspanning of (mentale) spanning gewenst of ongewenst toe. Iedere spier die kan verkorten heeft ook een ‘tegenwerker’, zo’n tegenwerker noemen we een antagonist.
Als we kijken naar het voorbeeld hierboven dan is de biceps – de armbuiger – de beweger en de triceps – spier aan achterkant van de arm – de antagonist.

Antagonisten 

Spieren die met een tegengesteld effect op een gewricht tijdens activiteiten nauwkeuring met elkaar moeten samenwerken en op elkaar afgestemd moeten zijn noemen we antagonisten. In onze sport zijn onze buik en rugspieren elkaars antagonisten. De snelheid waarmee een spier kan aanspannen hangt af van het type spiervezel van de spier. Genetisch gezien zou iedereen een gelijke verdeling hebben tussen de twee verschillende spiervezels die we kennen. Maar gelukkig is iedereen toch echt verschillend en blijkt dit in de praktijk niet zo te zijn. Anders zouden we geen uitblinkers hebben in bijv. marathons of bodybuilders.

Welk type spiervezels is gunstig voor een ruiter?

Er zijn twee type spiervezels, de rode en de witte spiervezels. Een marathonloper heeft (genetisch) relatief veel rode spiervezels, rode spiervezels worden door training wel sterker, maar niet groter. Een bodybuilder heeft (genetisch) relatief veel witte spiervezels, dit zijn vezels die door training groter worden. Witte spiervezels kunnen erg goed explosieve kracht leveren. Wat de ideale lichaamssamenstelling is qua spiervezels voor ruiters is nog niet onderzocht, maar het is aannemelijk dat het voor een ruiter gunstiger is om je in je training te richten op je rode spiervezels en niet op je witte.

In ons volgende blog gaan we hier verder op in.

Delen: