Calcium

Het mineraal Calcium (kalk) geeft stevigheid aan de botten, het gebit, de huid en het hoorn. Ook is Calcium nodig voor het goed functioneren van de spieren en voor het geleiden van prikkels naar de zenuwen. Calcium is verder onder andere betrokken bij de bloedstolling, de celgroei en de hormoonstofwisseling. Daarnaast draagt het bij aan de energievoorziening van de lichaamscellen. Het wordt ook vaak als Calciumcarbonaat aan producten toegevoegd. Dit is een koolzure zout van Calcium. Calciumcarbonaat bevat ongeveer 40% Calcium.
 
Extra informatie over Calcium m.b.t. paarden
Basisbehoefte per 100 kilo lichaamsgewicht
5,2 gram
6-8 gram (bij werkende paarden)

Tekort
Een tekort aan Calcium kan bij jonge paarden leiden tot afwijkingen aan gewrichten, zwakke botten en een verminderde groei. Bij oudere paarden leidt een tekort aan Calcium tot broze botten.

Overschot
Een teveel aan Calcium verstoort de opname van IJzer, Zink, Magnesium en Fosfor. Hierdoor kan de botopbouw in het gedrang komen, waardoor botten zwakker worden.

Een voorwaarde voor de opname van Calcium is de aanwezigheid van de juiste hoeveelheid Fosfor en Vitamine D in het voer. Bij een rantsoen bestaande uit granen, zemelen en/of oliehoudende zaden moet altijd extra kalk worden toegevoegd, ongeacht de leeftijd van het paard. Een dergelijk rantsoen bevat namelijk naar verhouding meer fosfor dan kalk, hetgeen leidt tot een verminderde opname van Calcium en uiteindelijk tot kalkgebrek. De onderlinge verhouding tussen Calcium en Fosfor is belangrijk voor een goede ontwikkeling van de botten en het gebit. De optimale Calcium-Fosfor verhouding ligt tussen 1,5 en 2,0.