Meld je aan op onze nieuwsbrief ontvang 10% korting voor je eerst volgende bestelling!

 

Luizen bij honden

Alle honden kunnen met luizen besmet raken, maar vooral pups zijn er gevoelig voor. Overdracht vindt plaats door direct contact tussen honden of indirect via bijvoorbeeld borstels of hondenkussens. Luizen komen veel minder vaak voor dan vlooien en zijn gastheerspecifiek. U hoeft dus niet bang te zijn dat u zelf besmet raakt met de luizen van uw hond. De meest voorkomende luis bij de hond is Trichodectes canis, dit is een zogenaamde bijtende luis, die zich voedt met de huidschilfers van de hond. Daarnaast zijn er ook bloedzuigende luizen, maar die worden gelukkig niet veel meer gezien in Nederland. De Trichodectes luis kan net als de vlo als tussengastheer voor de vlooienlintworm Dipylidium caninum dienen.

De symptomen van een luizenbesmetting zijn flinke jeuk en huidbeschadigingen als gevolg van het krabben en bijten. De vacht bevat vaak vervilte klitten en de hond kan muf gaan ruiken.
De luizen zelf zijn met het blote oog zichtbaar tussen de haren; het zijn lichtschuwe bleke beestjes van 1-2 millimeter lang. De eitjes (neten) zijn wit en zitten vastgeplakt aan de haren. Een neet ontwikkelt zich in 2 tot 3 weken tot een volwassen luis.

De luizen kunnen bestreden worden met dezelfde middelen die voor het doden van de volwassen vlo geschikt zijn, zoals Frontline Combo spot-on. De luizen worden daarmee snel gedood, maar het is wel verstandig om de behandeling na een maand te herhalen in verband met de ontwikkeling van eventuele achtergebleven neten tot nieuwe luizen. Knip verder vervilte vacht weg, probeer zoveel mogelijk neten uit de vacht te verwijderen en maak de ligplaats en spulletjes van de hond grondig schoon.